Art Cinema OFFoff verwelkomt de Franse cineast Philippe Grandrieux.
Philippe Grandrieux studeerde aan de Brusselse filmschool INSAS en realiseerde met Sombre rond de eeuwwende een van de meest compromisloze en opvallende langspeeldebuten. Opvolger La vie nouvelle gaat nog verder in het onderzoeken van ontworteling, duisternis en menselijke extremen. Het decor is het nieuwe Oost-Europa, Sofia om precies te zijn, waar een jonge Amerikaan vervalt in een obsessieve liefde voor een mysterieuze sekswerker annex stripper en zangeres. Hij volgt haar door nachtclubs en donkere hotelgangen naar een helse wereld van geweld en obsessie. La vie nouvelle is niet alleen verontrustend in zijn onderwerp, maar ook in de uitvoering. Gebruikmakend van fragmentatie, onscherpte, een onvaste, desoriënterende manier van filmen, een claustrofobische soundtrack (door Eric en Marc Hurtado van de groep Étant Donnés) en een minimum aan dialoog, is het een soms bijna abstracte film die ons dwingt een eigen weg te vinden door zijn angstaanjagende labyrint.
“We hadden een extreem simpele narratieve premisse: een jonge man ontmoet een jonge vrouw en wil haar voor hemzelf, op een orfische manier. Stap per stap werd de film geconstrueerd in termen van intensiteit eerder dan psychologie – relaties van intensiteit tussen personages die de film konden bewonen of erin rondspoken. Je krijgt de indruk dat alles steeds in beweging is, een soort vibrerende, verstoorde materiologie. Daar waren we naar op zoek: een verontrustende film, zeer verontrustend, zeer fragiel en levendig. Geen film als een boom, met een stam en takken, maar als een veld zonnebloemen, een grasveld met gras dat overal groeit. Dat is de impuls – het verlangen – dat leidde tot deze film.”
— Philippe Grandrieux
Filmhistorica Nicole Brenez beschrijft La vie nouvelle als een film “van een verbluffende vormelijke inventiviteit… een film die ons dwingt opnieuw na te denken over wat we daarvoor over cinema dachten.” Zo filmde Grandrieux een onvergetelijke scène met een thermische camera die normaal door het leger of door ingenieurs wordt gebruikt om de weerstand van materialen te testen. Anders dan bij infraroodfotografie wordt er geen licht geregistreerd en dus voorbijgegaan aan de essentie van cinema. Het is louter de dierlijke warmte van de lichamen die zich heeft afgedrukt op celluloid. De scène werd met een verlaagde opnamesnelheid gefilmd in de labyrintische kelder onder het Museum voor Schone Kunsten in Sofia in totale duisternis; niemand kon iets zien, behalve Grandrieux – door de camera.
Filmprint: Cinémathèque de Toulouse
Gevolgd door een Q&A met Philippe Grandrieux